AhmedMarcouch-2012A.jpg

Speeches


Anti-semitisme bestrijden

Toespraak Ahmed Marcouch 3 juni 2010, bij het Joods-Marokkaans Netwerk in het Nova College, Nieuw-West

Beste mensen, 

Wij zijn hier als Marokkaanse en joodse Amsterdammers bij elkaar als goedwillende mensen. Wij zijn niet de mensen die discrimineren. Wij zijn wél belangrijk. Wij moeten ervoor zorgen dat wie Joden en Moslims aanvallen, belemmeren in hun zijn of stigmatiseren, geïsoleerd zijn. Want wij stellen de norm. Wij zorgen ervoor dat deze geweldadige discriminatie not done blijft.

Om ons voor de geest te halen hoe ernstig het probleem is, wil ik herinneren aan de volgende gebeurtenissen:

  • een sjoel in Amsterdam West, de sjoel van de moeder van Ralph Evers, heeft geen adres. Zelfs niet in het overzicht sjoeltijden in Nieuw Israëlitisch weekblad. Geen enkel teken op de deur. Het is een schuil-synagoge.
  • van de 25 sjoelgangers in dit deel van Amsterdam West is er maar één die daar durft te komen met een keppeltje op. De anderen verschuilen hun keppel onder een mutsje.
  • joden verhuizen van de Rivierenbuurt naar Buitenveldert omdat zij op straat worden uitgescholden. Rabbijn Evers, hier ook aanwezig, kreeg op straat toegesist: 'De Duitsers zijn er eentje vergeten'
  • de vrouw van Sebbag is bedreigd met een schroevendraaier, onder de bedreiging: 'Vuile Jodin, ik ga je hart uitsteken'
  • Sebbag loopt met twee kinderen van zeven op straat en krijgt te horen: 'Rot op vieze varkens, wij gaan jullie afslachten'.
  • joden mijden nu de gebieden waar Marokkaanse jongens op straat zijn: Oost, West, Zuid en Centrum.

 Wij moeten dus onder ogen zien dat het niet meevalt en ook dat het niet vanzelf overgaat. Wij moeten luid en duidelijk omhoog houden: het is onmenselijk en ondermijnend. Onmenselijk en ondermijnend voor individuele mensen én voor de samenleving. Voor individuen omdat die zichzelf moeten kunnen zijn, alleen wie zichzelf niet hoeft te verstoppen en te verloochenen kunnen volwaardig actieve burgers zijn. Voor de hele samenleving omdat wij onmogelijk een sterk Nederland kunnen zijn wanneer zulke grote groepen mensen zich verstoppen moeten: joden, moslims en homo's.

Ik zou zeggen, we kunnen geen enkele vergoeilijkingen accepteren. Eentje die wij vaak horen is: het zijn niet alleen de Marokkaanse jongens, anderen doen het ook. De Hooligans. De Hongaren met nota bene een antisemitische partij Jobbik in het parlament. De Fransen, die zijn veel erger, daar is een Joodse jongen vermoord en een ander zwaar toegetakeld. Fout. Wij hebben het hier nu over Amsterdam en hier in Amsterdam zijn het opvallend vaak de Marokkaanse jongens. Elke Marokkaanse jongen kent een vriend die het doet.
Een ander gangbaar excuus is: Israël deugt niet, daar komt het door. Eigenlijk is het geen antisemitisme. Of, bij discriminatie van moslims: het komt doordat het Midden-Oosten niet deugt. Ook fout. Opinies en confrontaties over politiek zijn legitiem, vernedering en angst aanjagen van Joden en Moslims is dat niét.

Hoe lossen wij het op?

De politie meldt met enige regelmaat dat de daders van dit soort hate-crimes moeilijk op te sporen zijn. Daarom stel ik om te beginnen met de inzet van lokjoden, politie-agenten die zich kleden als joden. Wij hebben iets soortgelijks gedaan met andere misdaden, wij sporen bijvoorbeeld homohaters op door met lokhomo's via internet in te gaan op uitnodigingen voor afspraken aan huis. Desnoods fungeer ik zelf als lokjood. Daarnaast is het nodig dat de politie een gespecialiseerd opsporingsteam inzet dat rechercheert en patronen ziet. Laten wij de daders één voor één oppakken en voorgeleiden bij Justitie. Wat wij ook vanaf heden kunnen doen is elkaar onze solidariteit betonen. Wij kunnen een keppeltjesdag organiseren waarbij alle Amsterdammers die solidair zijn met aangevallen joden een keppeltje dragen, vergelijkbaar met de hoofddoekjesdag. Verder wil ik graag dat wij massaal de Shoah-herdenkingen bijwonen, zonder die te verbreden tot algemene herdenkingen voor alle slachtoffers over ter wereld en uit alle tijden. Wat ook heel belangrijk is, vooral om de norm te stellen, is dat wij ons publieklijke distantiëren van anti-semitisme. Samenwerkende Marokkanen Nederland, buurtvaders, vrouwengroepen - laat je horen!
Verder is het belangrijk dat wij massief inzetten op de opvoeding. Wij horen de uitingen van anti-semitisme uit de monden van heel kleine kinderen. Dat hebben zij nog niet op straat geleerd, dat komt van thuis. Ook is zelf ben opgevoed met anti-semitisme. Ook wie als ouder niks zegt over antisemitisme, geeft een boodschap af: dat het mag. Ouders moeten alle discriminerende uitingen vanaf de wieg voortdurend expliciet corrigeren. Toen onze Marokkaanse mannen naar Auschwitz gingen, had dat een enorme inpact op Slortervaart. Het zou heel goed zijn dat ook onze vrouwen naar Auschwitz gaan.
Wat betreft het onderwijs wil ik zo snel mogelijk de Shoahlessen als landelijk examenthema bij geschiedenislessen. Laten wij daar nadrukkelijk op aandringen bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Los daarvan is er veel te winnen bij de opleiding van de docenten, zij moeten juist aan Marokkaanse en Turkse leerlingen leren doceren hoe het zit met de joden in Nederland. Zij horen te weten wat het kennisdecor is van hun leerlingen: de dagelijkse internationel tv-beelden over het Midden-Oostenconflict.

Ik wil afsluiten met een variant op wat ik altijd zeg over homo-discriminatie:

 Wie de vrijheid van de jood geweld aandoet, doet de vrijheid van de moslim geweld aan. Het zijn dezelfde vrijheden: kunnen zijn wie je bent en met je eigen eigenheid bijdragen aan de samenleving.