AhmedMarcouch-2012A.jpg

Thema's


Islamdebat en Van Gogh

Opiniestuk NRC, 2 november, ter gelegenheid van de herdenking van Theo van Gogh

Ik wil een ode brengen aan Theo van Gogh. Die verdient hij omdat hij de Islam serieus nam. Ook een seculier die niets van moslims weet kan onder ogen zien dat religie relevant is. Dat bewees hij met zijn hulp aan Ayaan Hirsi Ali toen zij met Submission aan de kaak wilde stellen dat vrouwenonderdrukkers de vrouwenmishandeling religieus motiveren met een beroep op de Koran. Vijf jaar na de moord op Theo van Gogh zegt Ayaan Hirsi Ali nu dat het Islamdebat mislukt is. Er zit inderdaad te weinig beweging in, Wilders graaft zich in met vaste radicale ideologische opinies, Ayaan is vertrokken naar Amerika en ministers keren zich van het probleem af. Radicale imams en dito moskeebesturen weten intussen wat ze zeggen en zwijgen moeten: geen homo's van de flats gooien en niemand keelkanker toewensen. Ook de goedwillende mainstream moslims die de vooruitgang omarmen zwijgen, zij willen niemand tot last zijn en worstelen zich stilzwijgens zonder kleerscheuren door het debat heen en omzeilen de worstelingen met weekendscholen in de moskee en met briefjes van de dokter tegen naakt douchen. Weinig beweging dus. Toch zeg ik: dóórzetten. Met argumenten komen, zoals Pim Fortuyn zei toen een Rotterdamse imam homo's varkens noemde. We kunnen niet anders, dit debat moét gevoerd worden. Want het gevaar dat groepen moslims vervallen in radicale religieus-politieke ideologieën is niet geweken. En de plaats van de evenwichtige moslims in de Nederlandse samenleving is nog steeds niet goed geregeld. Zoals we na na het failliet van de financiële wereld niet zeggen 'we doen niks meer' en juist op zoek naar herstel gaan, zo moeten wij ook het Islamdebat niet opgeven. En zoals wij de fouten moeten uitbannen die tot de financiële crisis geleid hebben, zo moet ook het Islamdebat stoppen met in oude fouten te vervallen. De grootste fout die wij nu maken, is wegkijken. Zoals Moslims denken dat homo's niet bestaan als je het er niet over hebt, zo denken veel seculieren, ook sommige bewindslieden, dat moslims niet bestaan als je het niet over hen hebt: het gaat wel over. Dit is onze oude fout. Twintig jaar keken wij weg van culturele verschillen en dat leidde tot wat Paul Scheffer het multiculturele drama noemde. Als wij nu opnieuw wegkijken van de religieuze drijfveer van burgers in hun leven, lees moslims in hun publieke bestaan, riskeren wij een multireligieus drama. Cultuur verandert in de loop van de tijd, maar religie zit veel dieper. Juist daarom is het debat zo belangrijk, beweging moet van buiten komen. Door de wegkijkers voelen de moslims de druk niet om in beweging te komen, de druk komt door te confronteren. Reken maar dat de debatten van Ayaan wat opgeleverd hebben aan gedachtenstof onder moslima's. Wij hoeven het niet te doen zoals Theo van Gogh en Ayaan Hirsi Ali. Als we maar wat doén, ook als beleidsmakers. Wat wij kunnen doen, is een nieuwe generatie vormen. Kijk, wij kunnen wel al opiniërend en columnerend zeggen waar iemand hoort te staan, wij kunnen onze normen wel duidelijk maken, maar de vraag is natuurlijk hoé je daar dan komt - als iemand die zichzelf dan nog herkent. Vormen gebeurt in de opvoeding en in het onderwijs. Dat is de echte vrijheid van meningsuiting, dat moslims zich de zelfreflectie eigen maken als deel van hun opvoeding, dat zij internaliseren wat eerder van buitenaf kwam via de confrontatie tijdens incidenten en toen de ogen opende. Actief leren nadenken, de angst voor islam begrijpen, zich daarin verdiepen. Dat is het beste eerbetoon aan Theo van Gogh, die zelf als jongen uit Wassenaar tussen moslims woonde in Amsterdam-Oost en Marokkaanse jongens opleidde tot filmacteurs. De jonge generatie neemt inderdaad vaker deel aan het debat, in de media en via initiatieven als de Poldermoskee - al gaat het met één stap terug en twee stappen vooruit. Wie het af laten weten zijn vooral de instituties, de religieuze organisaties waar je je als overheid geen zorgen over zou hoeven te moeten maken. Minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties) heeft dit goed gezien, zij heeft moed om gemeenten te stimuleren zich tegen radicalisering te weren via vorming van een nieuwe generatie, met oog voor de religieuze component: zij gaf de gemeente Rotterdam de gemeenteprijs tegen radicalisering voor het verbeteren van godsdienstonderwijs in moskeeën. Laten wij allen als democraten, religieuzen en seculieren met argumenten strijden tegen dictators, radicalen en onverschilligen.

Ahmed Marcouch, stadsdeelvoorzitter Slotervaart