AhmedMarcouch-2012A.jpg

In de media


Nieuwjaarsgeweld tegen politie en hulpverleners

De enorme Nieuwjaarsinzet van Haagse moskeevrijwilligers tekent een verbetering: niet langer leggen gewone Nederlanders zich stilzwijgend neer bij het nieuwjaarsgeweld van groepen kwaadwillende en hufterige jongens, maar stellen zij de norm. Niet langer mijdt en vreest de politie de massa, maar mobiliseert die ten goede. Dat verdient navolging in heel Nederland.

Toch heb ik mixed feelings van vreugde en zorg na een etmaal patrouilleren met Politie Haaglanden tijdens de jaarwisseling in de Haagse Schilderswijk en Transvaalbuurt. Want ja, de politie vreest niet zozeer die veertig etters, maar het dreigend protest van zwijgende buurtgenoten die bij politie-optreden loyaal blijken aan hun geweldadige buurjongens, zoals het Openbaar Ministerie mij indertijd duidelijk maakte in Slotervaart. Maar nee, dit is wel de omgekeerde wereld. Het zijn de gesubsidieerde welzijnsinstanties die bewoners moeten mobiliseren. En het is de politie die de etters moet opsporen en vastzetten.

De minister kan wel klagen dat dit Nieuwjaar minstens zoveel politieagenten en hulpverleners zijn belaagd als vorig jaar, maar hij heeft hen intussen mooi in de kou laten staan. Hij schreef de burgemeesters wel ter voorbereiding op nieuwjaarsnacht, maar hij had natuurlijk voor hen de uitvoeringspraktijk moeten veranderen, in plaats van wat voorschriften te leveren. Dat zien ook burgemeester Jozias van Aartsen en politieagent Hans Rasenberg, de superwijkagent met wie ik op pad was. Ik zag Van Aartsen deze vroege nieuwjaarsochtend aan het in de keuken van moskee El Nour, hij nam daar de vrijwilligers in vertrouwen die de hele nacht de mannen op de straat voorzagen van koffie en broodjes en maakte hen deelgenoot van zijn afhankelijkheid. Hadden wij in Ypenburg ook buurtvrijwilligers gehad, vertelde Aartsen hen, ‘Dan hadden wij in daar de ME niet hoeven inzetten’. Ook de uiterst ervaren wijkagent Hans ziet het probleem: ‘Anders dan de ME zijn gewone politieagenten niet opgeleid voor massale chaotische gebeurtenissen als Oud en Nieuw. Daarom moeten wij de hulp wel inroepen van de moskeeën.’ Minister Opstelten doet agent Hans en de andere de politieagenten ernstig tekort - brengt hen zelfs in gevaar - zolang hij de realiteit negeert en blijft verzuimen om in inheemse wijken als de Schilderswijk Turkse en Marokkaanse agenten aan te trekken die de speciale expertise hebben om brandstichters, inbrekers en geweldplegers te onderscheiden van de gewone goedwillende burgers.

Daarom heeft superagent Hans zich verlaten op deze methode van burgerinzet via een zogenoemd roimodellenproject. Ik heb gezien dat dit heel goed gelukt is. Net als Nour zijn in Den Haag alle moskeeën deze nacht geopend en hebben zij samen met sportverenigingen en een enkele Sikhtempel bij elkaar negenhonderd vrijwilligers de straat op gestuurd om de buurten en de pleinen voor deze nacht terug te winnen op groepjes kwaadwillende jongens. Passeerden wij ’s middags op oudejaarsdag met onze politiewagen op het Kaapplein nog de resten van een zojuist uitgebrand busje, rond middernacht zagen wij hier buurtkinderen op de schommel, omringd door meespelende volwassenen. Het hielp, dat is goed. Zonder de vrijwilligers had de politie het niet gered, dat is niet goed. Dat werkt namelijk alleen als de politie haar eigen zaken op orde heeft: optreden, handhaven, de pakkans verhogen en met gezag in de wijk optreden. Wat de overheid had moeten doen voor de politie, is het gesubsidieerde welzijnswerk aan het werk zetten, ook als valt nieuwjaarsnacht niet binnen de kantooruren. Voor de politie in Den Haag was het offer groot, agent Hans is met twee andere politieagenten maandenlang bezig geweest om de bewoners te mobiliseren, al die tijd konden zij geen boeven vangen. Dus andere gemeenten van Nederland, doe dit de politie niet aan, laat de welzijnsinstituten hier niet mee wegkomen en stel eisen aan hun inzet. Het gemeentebestuur van Den Haag doet er goed aan te onderzoeken waarom de gesubsidieerde welzijnsmedewerkers de grote afwezigen waren bij de voorbereiding en deze nacht prinsheerlijk thuis zaten.

Hoe complex de situatie is voor een politiebureau in een allochtone wijk, blijkt al aan de balie van wijkbureau De Heemstraat. Ik wachtte hier een kwartiertje op mijn metgezel voor deze nacht. Hans Rasenberg reed namelijk nog even langs de georganiseerde activiteiten. De klachten van burgers in heel Nederland over hun problemen bij aangifte doen, bleek hier realiteit. Een Somalische vrouw was de eerste die dit overkwam, in dat kwartiertje dat ik daar zat. In een onverstaanbare taal maakt zij met gebaren en geschreeuw duidelijk dat zij een melding heeft over een burengerucht. Het ontgaat de receptionist dat hij een uitgelezen kans krijgt om erachter te komen hoe zo'n portiek of appartementencomplex werkt, negeert de vrouw en begint een gesprek met zijn collega over de verjaardag van een derde collega. De Somalische druipt af. Kort daarna komt een oudere Marokkaanse man het politiebureau binnen. De eerste generatie allochtoon zet een stap terug als hij de indrukwekkende uniformen ziet, net als de meeste mensen weet hij niet dat receptionisten weliswaar het politie-uniform dragen, maar geen agenten zijn. Zijn twintigjarige zoon haalt hem over de streep en neemt het woord: ‘mijn vader is bekogeld door vuurwerk en is daardoor verbrand aan zijn been'. De receptionist vraagt: ‘Door kinderen? Dan moet u eerst naar de dokter voor een medische verklaring, pas daarna kunt u aangifte doen’. De zoon aarzelt. Nou, zegt de receptionist, u zegt dat het per ongeluk ging? Tja, als het geen opzet was en die kinderen mogen nu ook met vuurwerk gooien, dan heeft het geen zin om aangifte te doen, wij weten toch niet wie het zijn.’ Oh, zei de zoon, maar jullie willen toch wel weten dat dit soort dingen gebeuren? Antwoord: ‘Ook een melding heeft geen zin, zo lang het geen opzet is.' De mannen vertrekken. ‘Ze kunnen niets doen’, zei de zoon tegen een broer die ook kwam aangerend. Deze twee gebeurtenissen laten zien hoe groot de afstand is tussen een wijkbureau en de wijkbewoners. Prima agenten als Hans missen kansen als receptionisten mensen weghouden van de politie, de receptionisten krijgen dezelfde moeilijk te interpreteren situaties langs als ook de agenten dagelijks meemaken. Den Haag laat zien dat de minister er nu na twee jaar dralen echt niet langer om heen kan als hij serieus de politie haar werk wil laten doen - het is echt de hoogste tijd dat meer Turken en Marokkanen met hun extra competenties bij de politie gaan werken.