AhmedMarcouch-2012A.jpg

In de media


Pak die overvallertjes met een motor

Als het patroon steeds hetzelfde is, kan misdaadbestrijding heel eenvoudig zijn
Opinie, gepubliceerd in NRC Handelsblad en NRC Next, 26 november 2010

De politie slaagt er niet in overvallers te pakken, concluderen de criminologen van de Tilburgse Universiteit. Slechts één op de vier overvallen wordt opgehelderd en slechts één op de zes overvallers wordt bestraft. Wat te doen? Volgens hoogleraar Cyrille Fijnaut moet het hele beleid worden herzien: van beschermingsmaatregelen voor burgers en ondernemers tot de opsporingsmethoden, van de hulpverlening tot de reclassering. Toe maar, we kijken niet op een jaartje. Minister Opstelten heeft ook een voorstel: over vier jaar moet de pakkans verdubbelen en moet het aantal overvallen van bijna drieduizend naar tweeduizend: 'voor minder doen we het niet'. Punt. Wat een merkwaardig geloof in de scheppende kracht van woorden. In de harde werkelijkheid krijgen wij helaas niets voor niets: hoe ga je dat doén, overvallers aanhouden, opsporen en verhoren? Ik heb een oplossing. Ik kom erop door wat ik hoor van overvallen winkeliers. Zo kwam ik een maand geleden in Amsterdam-West de 71-jarige beddenwinkelier tegen die in zijn winkel was neergesabeld. Hij wenkte mij binnen. 'Ik had u al verwacht', zei hij: 'Ze zeiden al dat u zeker zou komen'. Ik liep echter bij toeval langs zijn winkel, op weg naar de kapper. Hij had kennelijk gewacht op zijn wijkburgemeester en vermoedde dat ik het was. De winkeleigenaar was gewond, maar stond evengoed in zijn winkel, hoewel hij al vijf weken 's nacht geen oog meer had dicht gedaan. De overvaller was een Marokkaan, vertelde hij, en buiten stond een scooter klaar met een andere Marokkaan. Op zo’n moment gaat mij een lichtje op. Inderdaad worden enorm veel overvallen op scooters uitgevoerd. De één pleegt de overval, de ander rijdt. Scooters kunnen tijdens de vlucht de politieauto's heel gemakkelijk afschudden, zij kunnen rijden waar auto's niet bij kunnen, op fietspaden en door stegen. En het handige van scooters is bovendien dat de overvallers hun scooters even verderop gewoon aan de kant kunnen zetten en lopend kunnen opgaan in de massa. Zo bezien zijn ook de helikopters boven de stad gedoemd te falen, want het signalement van de daders is verdwenen. Zo kom ik op het idee dat morgen uitgevoerd kan worden: zet een brigade aan motoragenten in, niet op de snelweg, de korpschefs moeten hen laten rondrijden in de winkelgebieden, met als teamgenoot een rechercheur. Ingewikkelder is het in principe niet; het kán, het is gewoon een kwestie van doen.

En zo ligt het ook met het opsporen van wapens. In het Amsterdamse Holendrecht zegt de politie dat vrijwel alle schieters bekenden zijn van de politie. Ooggetuigen melden vrijwel altijd dat de dader bij de ruzie wegliep en terugkwam met een wapen. Dus laten wij de wapens zoeken in hun huizen en hun auto's, in plaats van breed en massaal alle agenten op te roepen om alle winkelende passanten één voor één te fouilleren op wapenbezit, van oude vrouw met rollator tot meisje op de fiets.

Ook rechters kunnen de misdaad een stuk minder lonend maken door de gestraften hun buit af te nemen. Het betekent natuurlijk wél dat wij moeten horen wat feitelijk in de buurt gebeurt, in plaats van ons te baseren op nota's en staafdiagrammen. De verleiding is kennelijk erg groot om zich te baseren op documenten. Zo willen wij de rechters niet de kost geven die zich laten leiden door het schriftelijke procesverbaal, waarin een slachtoffer genoemd staat die tot zwijgen is gebracht, terwijl pal voor de neus van de rechter een huilende dader staat die beterschap belooft. Rechters die de slachtoffers spreken, op straat of elders in het dagelijks leven, zullen eerder empathie ontwikkelen voor de samenleving, in plaats van voor de dader. De rechter heeft bovendien nu al de mogelijkheid het slachtoffer onbeperkt spreekrecht te geven ter zitting. Hij hoeft het alleen maar te doen.

Naast simpelweg doen, is ook de timing cruciaal. Hét cruciale moment voor de meeste ouders is de dag waarop hun zoon voor het eerst wordt aangehouden door de politie. Op dat ingrijpende moment is het zaak de ouders uit te nodigen voor een sociaal verhoor, niet eens om te getuigen tegen hun zoon, het gaat erom erachter te komen wat feitelijk aan de hand is: waarom houden de ouders geen toezicht op hun zoon? Wat is er mis met hun dagelijkse structuur? Dat is het moment waarop de ouders besluiten hun leven te veranderen, niet maanden later als de zaak wellicht al is geseponeerd. En laten wij die jongens nou een hele tijd uit de wijk houden en intussen hun bagage veranderen: bovenop de straf verplicht gesloten onderwijs opleggen, net zo lang tot het vakdiploma gehaald is. Als ook de criminele groep waarin hij verkeert ontregeld wordt, het gezin verandert en zo nodig verhuist naar een andere omgeving, is de kans groot dat zij veel minder vaak terugvallen in de misdaad. Als wij het zo praktisch aanpakken, gebaseerd op de kwaliteit van opsporing, aanhouding en verhoor, krijgt de politie zijn gezag terug, herstelt het vertrouwen in de gemeente en loont misdaad niet langer. Dan krijgen de wijkbewoners weer nieuwe moed, gaan wapenbezit melden en aangifte doen. Zo zal de criminaliteit halveren en kunnen Nederlanders weer doen waar zij voor geschapen zijn: wonen, werken, leren, leven.

Ahmed Marcouch (PvdA) is TweedeKamerlid. Tot maart was hij voorzitter van stadsdeel Slotervaart in Amsterdam