AhmedMarcouch-2012A.jpg

Speeches


Toespraak Verzetsmuseum

Door Ahmed Marcouch, ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan, 19 november 2010, Amsterdam

Het Verzetsmuseum is een zégen voor de docenten en hun leerlingen. Het is gewéldig lesmateriaal over de Tweede Wereldoorlog, de Jodenvervolging en sinds kort ook Nederlands-Indië.

Het Verzetsmuseum vertelt de scholieren wat het Nederland van nu gemaakt heeft tot wat Nederland is.

Ik ben hier heel vaak zelf geweest:

met mijn eigen kinderen en ook met de kinderen van de weekendschool, onder de hoede van buurtgenoot Taimounti, uit Slotervaart. Zij spraken nog maanden over de joodse vrouw die zij hebben ontmoet, zij was als kind onderduikster en vertelde daarover. En ook met een aantal twintigjarige jongens uit Slotervaart in de museumnacht, nadat wij in de Joods-Portugese Synagoge vol met brandende kaarsen waren geweest. En met met imams en moskeebesturen, vooral in de tijd na de moord op Theo van Gogh.

Wat blijkt? Ook de volwassenen zijn getroffen en geraakt. Misschien zijn zij wel nog gelukkiger met deze ‘wandel-les’ door het Verzetsmuseum dan de kinderen. Want wat zeggen de imams en moskeebesturen? Nú weten wij met welke verhalen onze kinderen thuis komen. Inderdaad hebben heel veel kinderen les gehad in het Verzetsmuseum, veel kinderen ook uit Amsterdam-West. Jaarlijks bijna 15.000 kinderen.

Het bijzondere is natuurlijk dat het museum weinig woorden nodig heeft om duidelijk te maken wat er gebeurd is in de Tweede Wereldoorlog. Dat is belangrijk voor mensen die nauwelijks kunnen lezen. Het museum biedt beelden, voorwerpen, dingen. Je kunt mensen met heel weinig woorden inzicht geven. Wij wandelen door de straten, we zien hoe de bezetting per jaar grimmiger wordt, de onderdrukking harder.

En we zien het verzet: de hulp aan onderduikers, de illegale pers en de vervalste papieren. We zien het écht, wij stáán bijvoorbeeld voor zo’n illegale pers en illegale radio en wij staan oog in oog met de vervalste papieren die het leven van mensen gered hebben. Of juist niet.

Verzet plegen is een kunst apart. Het gebeurde in de Nederlandse oorlogsjaren door een kleine minderheid van de Nederlandse bevolking, verzetshelden die enorm fel en volhardend in waren, met gevaar voor eigen leven.

Heldendaden in de buurt van het Verzetsmuseum waren:

1. Aanslag op het Amsterdams Bevolkingsregister (1943)

In de voormalige concertzaal van Artis bevond zich tijdens de Tweede Wereldoorlog het bevolkingsregister van Amsterdam, met daarin onder andere de gegevens van circa 70.000 Amsterdamse Joden. Een verzetsgroep, met als leiders Gerrit van der Veen en Willem Arondéus (schuilnaam Smit), pleegde in de nacht van 27 maart 1943 een aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister om de gegevens te vernietigen. De aanslag lukte, hoewel het uiteindelijke effect minder was dan verwacht. Alle plegers van de aanslag werden niet veel later opgepakt en geëxecuteerd. De enigen van de groep die de oorlog overleefden, waren Cees Honig en Willem Beck.

2. Joodse kinderen gered uit de Hollandse schouwburg

De schouwburgbeheerder Walter Süskind slaagde erin, samen met Henriette Pimentel en Felix Halverstadt, om ongeveer 600 kinderen uit de schouwburg te laten ontsnappen naar de naastgelegen crèche.

In 1942 en 1943 hebben de Duitsers de schouwburg gebruikt als deportatieplaats. Vanuit de Hollandse schouwburg zijn de joden op transport gesteld naar Westerbork en vandaar naar Duitse concentratiekampen. Weinigen overleefden: 104.000 Nederlandse joden werden vermoord in de vernietigingskampen van de Duitse bezetter.

Het Verzetsmuseum ligt dus midden in een gebied met oorlogsmonumenten. Want ook nog het Wertheimmuseum waar ik vroeger als politieagent de Auschwitzherdenking bewaakte en waar ik later deelnam aan de herdeking, samen met de Marokkaanse mannen uit Slotervaart die naar Auschwitz geweest zijn

Belangrijke activiteit van het verzet was ook de onderduik, zo kunnen wij zien in het Verzetsmuseum. Eerst de joden en daarna ook studenten en mannen die niet in Duitsland wilden werken. Na de spoorwegstaking had Nederland in september 1944 bij elkaar maar liefst 350.000 onderduikers - naar alle waarschijnlijkheid binnen bezet Europa een absoluut recordpercentage. Bij onderduikers horen verzetsmensen: onderduikgévers, die pleeggezinnen vormden of geheime schuilruimtes; de verzetsorganisatie die voor onderduikadressen zorgt; de knokploegen die zorgden voor valse persoonsbewijzen, valse stamkaarten en valse voedselbonnen.

Maar tegenover hen stonden, los van de mainstream-Nederlanders:

de Landstorm van de NSB en de jodenjagers die 7,50 gulden kregen per jood. Van de 23.000 joden die waren ondergedoken, zijn er 8.000 ondergedoken joden alsnog ontdekt of verraden en vermoord.

Een gids kan daar natuurlijk goed over vertellen in het Verzetsmuseum, over al die mensen die goed of fout waren, held of slachtoffer en vooral ook vaak doorsnee.

Daarmee zijn wij uit de historie terug naar naar het heden van de les. De museumles in het Verzetsmuseum.

Eerder pleitte ik voor Shoah-lessen in het schoolcurriculum. Ik vind dat daar een bezoek bij hoort aan het Anne Frankhuis en het Verzetsmuseum.

Het zou geweldig zijn als de brede school dan meteen diezelfde dag óók de óuders de deze indrukwekkende lessen-op-locatie geeft.

Het is eigenlijk raar dat Shoah-lessen door gástdocenten gegeven wordt. De schooldocenten kunnen het kennelijk niet. Ze weten niet wat zich afspeelt in de hoofden van hun leerlingen die vrijwel dagelijks actuele beelden zien van hedendaagse agressie tussen Israel en Palestina. Dat horen zij als ware pedagogen die de bagage van de student als aangrijpingspunt zien, wel te kunnen en zij horen daar didactisch-vormend op te kunnen reageren met de boodschap dat de joden en de andere Nederlanders een heftige gezamenlijke geschiedenis hebben.

Ik vind dat het onderwijs daar mensen voor in moet schakelen - en ook fatsoenlijk moet betalen - als Mallaouch, Lahen Farah of Mohamed Daher, gepokt en gemazeld in de wijken, lief en leed gedeeld met de opgroeiende jeugd, die met dertig Marokkaanse mannen naar Auschwitz gingen, doorleefde wat gaande was en daarna nog jaren in de buurt hebben nagepraat over de schok die het hen bracht.

Zij zijn de ware doorleefde docenten, met bagage, met inlevingsvermogen, een grote ambitie voor hun kinderen en met het pedagogisch vermogen dat nodig is. Scholen, heb ambitie!